top of page

Zoekresultaten

71 items gevonden voor ""

  • Meeuwennest 76 punten

    Meeuwennest 76 punten, geiser 23 punten, rag 11 punten. Ik legde stad voor 10 punten en zij sloeg terug met qat voor 39 punten. 3 x woordwaarde. We waren aan elkaar gewaagd, we speelden beiden fanatiek Wordfeud en onze winst en verliespartijen gingen ongeveer gelijk op. Zij heeft het spel verlaten Een spelletje duurde bij ons niet langer dan 1 of twee dagen, als we online waren, speelden we. En als een van ons echt een mooie vondst had, zoals dat meeuwennest, complimenteren we elkaar via de chat. Maar meestal waren we online niet zo spraakzaam. Als ik ’s nachts niet kon slapen, dan speelden we in hoog tempo een spelletje van een uur. De laatste weken speelden we nog steeds, al duurden de spelletjes steeds langer, 3 dagen, later 4 dagen of meer. Het laatste spelletje staat in mijn telefoon als ‘zij heeft het spel verlaten’. Ze stond op winst. Ik heb er een screenshot van gemaakt en opgeslagen in de telefoon. Zonder beschermend netje Stel je zo’n oranje netje voor uit de supermarkt dat gevuld is met sinaasappels of mandarijnen. Ze horen bij elkaar, ze lijken op elkaar, je ziet dat het familie is. Je schudt wat aan zo’n netje, en de ene keer ligt de ene sinaasappel boven, en dan weer een andere. Maakt niets uit, ze blijven verbonden. Tot het net scheurt en de sinaasappel over de tafel rollen, op de grond. Eentje blijft er onder de kast liggen. We rapen ze op, leggen ze terug in fruitmand. Het zijn dezelfde sinaasappels als voorheen maar we missen ons beschermend netje. Zo voel ik me nu. Mijn beschermend familienetje krijgt steeds meer scheuren en haken. Maar de mooie herinneringen blijven, waaronder het screenshot in mijn telefoon.

  • Het verhaal van Dirk

    Ik was een tijdje geleden jarig, en ik vroeg aan de gasten om een boek voor mij uit te zoeken. Dat leidde tot een mooie gevarieerde stapel boeken. Een van de boeken was ‘u haalt de veertig niet van Dirk Boterblom’. Het is een aanstekelijke mix van een schelmenroman en een zelfhulpboek waarin Dirk uit de doeken doet hoe hij zijn handel en wandel bij elkaar scharrelt en vertelt over zijn verslavingsdemonen. De scenes over het afkickproces gaan van dik hout zaagt men planken en dat is dit geval helemaal niet erg. Voor Haerlems Bodem schreef ik deze recensie: oprecht verhaal wint het hart van de lezer

  • Een stukkie cultuur aan de muur

    Ik durf er een penseeltje om te verwedden dat je iemand kent die een kussen, een schilderij, een dienblad, een wandkleed, een Delfts blauwbord of een spiegeltje bezit met de beeltenis van 'Het meisje met de Parel' van Johannes Vermeer erop. Je hebt het vast weleens gezien, het schilderij uit de zeventiende eeuw met de beeltenis van meisje die over haar schouder vriendelijk naar je kijkt met een parel in haar oor en een blauwe hoofddoek. Moest je vroeger afreizen naar het Mauritshuis in Den Haag om het schilderij in levenden lijve te zien, tegenwoordig kun je bij woonwinkelgigant Leen Bakker een afdruk voor aan je eigen muur kopen. Ons stadje laat zich niet kennen, dus gaat het Frans Hals Museum meedoen aan deze trend. Binnenkort kun je dus een reproductie van een Frans Hals kopen, een schildering van het interieur van een kerk van Pieter Saenredam of een schilderij van Maarten van Heemskerk. Extraatje: op dat laatste schilderij is een kunstschilder aan het werk te zien, dus dat geeft ook nog een leuk (Haarlems) Droste-effect! Op deze manier worden de heren weer tot leven gewekt en zijn ze opeens niet meer uitsluitend bekend als straatnaam. En heb je voor een paar tientjes een stukje 16de-eeuwse cultuur aan je muur hangen. Mooi nieuws toch? Helemaal prima als iedereen weet dat Frans Hals Haarlems beroemdste schilder is, in plaats van de naamgever van het tamelijk zielloze Frans Halsplein. En toch, en toch, ik heb er wat aarzelingen bij. Voor mij is kunst meer dan een mooie prent boven de bank, matchend met de muurverf en de rest van je interieur. Ik kan bij kunstwerken de sensatie krijgen dat er iets groter is dan mezelf, mooier en blijvender. Dat een schilderij mij kan troosten of verwoorden hoe ik me voel. Het doet me pijn om te zien hoe onze grootste kunstwerken worden gedegradeerd tot muurvulling. Nu de musea weer open zijn ga ik snel de schilderijen van Frans Hals weer in hun 'eigen omgeving' bekijken. Me weer verliezen in de details zonder me af te vragen welke of het hip genoeg is voor aan de muur. Deze column is eerder gepubliceerd op Haerlems Bodem

  • Jong in de Gemeenteraad

    Ik mocht voor Haerlems Bodem 6 jonge kandidaat-gemeenteraadsleden interviewen over hun ambitie & dromen. We spraken over werk, over woningen, over de nachtcultuur en nog zo wat van die onderwerpen. Onderwerpen die nu meestal verstopt staan in beleidsnotities en moties, maar die in werkelijkheid gaan over dat wat écht belangrijk is: ruimte om te wonen, het recht om je te uiten of liever gezegd het recht om je leven voluit in Haarlem door te brengen. Ik was oprecht verrast en onder de indruk van de diversiteit van de kandidaten, hun gedrevenheid en hun liefde voor de stad. Daarom hier ook nog eens alle verhalen in de herhaling: https://haerlemsbodem.nl/gastvrije-import-mug-wil-het-verschil-maken/ https://haerlemsbodem.nl/haarlemse-wil-achterstanden-te-lijf-gaan/ https://haerlemsbodem.nl/nuchtere-zeeuw-zoekt-balans-2/ https://haerlemsbodem.nl/eindelijk-een-eigen-huis-2/ https://haerlemsbodem.nl/strijder-voor-groen-en-kattenliefhebber/ https://haerlemsbodem.nl/meer-rock-roll-in-haarlem/ Foto’s van de getalenteerde en superaardige fotograaf: Stefan Witte

  • De magie van schrijven

    Op deze foto zit ik op mijn knietjes voor een tafeltje, tongetje uit de mond en druk aan het ‘schrijven’. Wat je niet op de foto ziet, is het bureau van pappa Overbeeke, waar mijn tafeltje haaks op staat. Ik wilde graag net zoals mijn vader praten door een telefoon en ondertussen iets opschrijven. Wat je helemaal niet ziet, is het raam achter het bureau van mijn vader. Het stond aan de einde van een rechthoekige huiskamer met zicht op de tuin. Ik vermoed dat mijn vader vaak gedachteloos zijn ogen door de tuin liet dwalen, terwijl mijn moeder de rozen knipte of het wasgoed ophing. Ik geloof niet dat ik hem ooit met een schoffel of snoeischaar heb gezien. Streepjes die woorden worden In de lente had ik een eigen tafeltje buiten, waar ik boekjes las. Want naast schrijven was en ben ik een verwoed lezer. Ik ben blij dat ik nooit de verwondering heb verloren. Wat ik ook nooit verloren heb, is het gevoel van opwinding over mijn schrijverij, de magie dat streepjes woorden worden, en dat iemand kan lezen wat jij hebt bedacht. En dan slaat ook de onzekerheid toe. Is het wel goed genoeg, vindt iemand dit leuk? Het is nu zo’n 55 jaar later. Ik ben nooit opgehouden met schrijven. En die onzekerheid? Die heb ik nog steeds. Niet meer zo erg als vroeger. Maar het is er nog wel. Zeker nu over 4 maanden mijn boek over Mons Aurea uitgebracht wordt. Een mengeling van trots en verlegenheid. That’s me! PS ik schreef eerder dit verhaal over de onderduikperiode van mijn vader link later invoegen

  • Drijvende krachten achter Bevrijdingspop

    350 tot 400 vrijwilligers zijn in touw om het herdenkingsconcert op 4 mei en natuurlijk 5 mei Bevrijdingspop weer mogelijk te maken. Wie zijn al die mannen en vrouwen die zich belangeloos inzetten voor ons feestje? Maak kennis met Ruud, Tom & Elise! Het hele verhaal kun je teruglezen op Haarlems Bodem. Ga naar het verhaal

  • Knieperds aan het spaarne

    Waar hebben we het aan verdiend dat we geregeerd worden door cententellers? In de grote steden ging afgelopen zaterdag ‘de nacht weer open’ en konden tienduizenden liefhebbers genieten van muziek, dans, gezelligheid, optredens – kortom alles wat het leven leuk en zinvol maakt. Boete 50.000 euro Alleen in ons dorp aan het Spaarne kondigde burgermeester Wienen een boete van 50.000 euro aan als het Patronaat na een waarschuwing open zou blijven. Nota bene het Patronaat dat zich twee jaar uit de naad heeft gewerkt om ondanks het onnavolgbare Nederlandse coronabeleid als Haarlemse poptempel het hoofd boven water te houden. In alle andere grote steden knepen de burgemeesters een oogje toe, maar brave Wienen laat zich van zijn steilste kant zien. Kleurrijk sculptuur verkwanseld En dat in een week waarin een ander schandaal onopgemerkt onder onze ogen plaatsvond. Er stond een metershoge kleurrijke sculptuur voor het gebouw van de FIOD op de Surinameweg 1 – 4. Dat beeld is afgelopen zaterdag verplaatst naar Breda omdat er in Haarlem geen plaats meer is. Ik kan met gemak 5 locaties opnoemen die erg zouden opknappen van een metershoog kunstwerk van Govert Heikoop. Hij werkte minimalistisch en alleen met primaire kleuren. De beelden zijn abstract, zonder begin of eind. En daarom waarschijnlijk te moeilijk voor Haarlem. Tenminste, ik heb er niets over gehoord dat Haarlem zocht naar een passende plek voor een modern kunstwerk. Nee dan dat kitscherige beeld van Kenau en Ripperda op het stationsplein. Je hoeft niet af te vragen wat de kunstenaar bedoeld zou hebben, hier staat een staaltje Haarlems trots en glorie. Dat vinden de ambtenaren en toeristen mooi, een lekker veilig en herkenbaar beeld. Dorp aan het Spaarne In Breda wordt het beeld liefdevol onthaald als een belangrijk kunstwerk van Govert Heikoop. Het krijgt een plek in een van de parken. Omdat ze daar wel hun nek durven uit te steken. “Dit is zo’n goed kunstwerk, van zo’n gerenommeerde kunstenaar, dat mag niet verloren gaan” zegt Gerard van den Berg uit Breda. Hij regelde dat het kunstwerk naar zijn stad komt. Een diepe treurnis overvalt mij. Haarlem verkwanselt haar beelden en de nachtcultuur, we leven in een dorp aan het Spaarne. Het is hier vaak goed toeven, maar vandaag even niet. Deze column is eerder verschenen op Haerlems Bodem

  • De rechten van meerkoet

    Als binnenstadsbewoner heb ik meerdere ergernissen waar ik toch schouderophalend aan voorbij ga, want ja, ik ben een lucky bastard met een huis in de buurt van de restaurants, winkels en kroegen. Toch is er een ergernis die zich gedraagt als een steentje in een schoen. Het geluid blijft nog lang hangen Ik heb het over de wannabee schipper die met zijn sloepje te hard en met te luide muziek door de grachten vaart. Niet zelden een gebronsd figuur die trots zijn sportschoolbiceps toont aan de omstanders. Het weerzinwekkende geluid blijft nog lang hangen nadat het sloepje uit het zicht is verdwenen. Even kan ik genieten van de stilte totdat het volgende bootje zich aandient en het hele tafereel zich opnieuw afspeelt. Jammer dat de Gemeente Haarlem niet optreedt tegen de herriemakers. Ondanks meerdere klachten over geluidsoverlast werden er vorig jaar door de wetshandhavers geen boetes uitgedeeld. Nestelplekken voor watervrienden In aanloop naar hun gezinsuitbreiding hebben meneer en mevrouw Meerkoet hun begerige oog laten vallen op een bijna gezonken bootje op de Kinderhuissingel. De aspirant ouders zwemmen af en aan met takjes en ander klein spul om alvast een nest te maken. Alles wat drijft kan van nut zijn. Watervrienden zoals meerkoeten, wilde eenden en waterhoentjes hebben er een handje van om in half gezonken bootjes te gaan nestelen. Ze slepen de halve Spaarne leeg aan plastic zakken en bekertjes en bouwen daar hun nest van. Eenmaal genesteld, dan heb je je als botenbezitter maar te voegen naar de gevederde nieuwe bewoners. Vogels doen niet aan eigendomsrecht. Het vernielen van het nest van broedende vogels is strafbaar en de daders kunnen op boetes rekenen die kunnen oplopen tot wel duizend euro. Win-win Daarom roep ik alle meerkoeten, eenden, en ander vliegend en zwemmend gedierte om intrek te nemen in de Haarlemse bootjes. Bezet de vaartuigen en de aanlegplaatsen en leg nest na nest na nest. Een beetje meerkoet bouwt zo’n nest in vier, vijf dagen. Binnen tien dagen zitten ze volop te broeden en kun jij niet meer varen. Win-win voor alle binnenstadbewoners, met en zonder zwemvliezen. Deze column is eerder verschenen op Haerlems Bodem

  • Wat er op de stoep staat

    Een kleed, wasautomaat, wasrek, eettafel, rekje, tafeltje, 1 eetstoel, tapijt in stukken, ondervloer, grijze mat met vlek, oranje plastic wasmand, stapeltje tijdschriften, 1 paraplu, gordijnen, 1-persoonsbed, nachtkastje, spiegel 2 x, frituurpan, bal, bank, zwart kastje, wit kastje, rekje voor flessen drank, 3 dozen (inhoud onbekend), 1 makkelijke stoel, nog een kleedje (voor op de tafel?) planchet, hark, schoffel, straatbezem...... laag tafeltje, schemerlamp, tas, koffer, plastic tas, kledinghangers, een IKEA-kast, pannen, koekenpan 4 x, douchemat, inloopmat, stoffer en blik, regenjas, kapstok, koekoeksklok (defect), nog meer dozen, onduidelijke spullen. Wat resteert zijn herinneringen In nauwelijks twee uur is het huis van onze overbuurvrouw leeggehaald, onttakeld en opgeruimd. De vuilnisauto kwam keer achteruit de straat ingereden en 4 mannen vulden de buik van de auto met alles wat er overblijft als een negentigjarige dame verhuist. 80 jaar heeft ze in dit huis gewoond, eerst met haar ouders, toen even ergens anders, maar zoals het ongehuwde dochters in vroegere tijden betaamde, kwam ze toen haar ouders gingen kwakkelen zonder morren naar huis. Ze verzorgde haar ouders tot hun overlijden. Nadien woonde ze alleen in het grote huis. Tot vandaag…. Een paar dierbare spulletjes gaan mee naar het verzorgingshuis. Wat resteert zijn herinneringen aan de straat, wachtend op de vuilnisauto.

  • Gelukkige voortzetting

    1 januari 00.00 uur, de laatste gong van Bohemian Rhapsody verstomt en je omhelst je geliefden en terwijl je een kus drukt op wang of mond, mompel je ‘gelukkig nieuwjaar’. Nieuw jaar, nieuwe kansen ‘De beste wensen’ zegt de buurman de volgende ochtend als jullie elkaar op straat treffen. De telefoon gaat, opa belt: ’Dag lieverd, de allerbeste wensen in dit jaar.’ Oh, die verrukkelijke eerste dagen waarin het jaar nog knettervers is en je verwachtingsvol het nieuwe jaar opsnuift. Alles zal anders en beter worden. Nieuw jaar, nieuwe kansen! Nog de beste wensen hè, roep je tegen de marktkoopman terwijl je een kilo sinaasappelen in je tas duwt. Want ja, nieuw jaar, goede voornemens. Groundhog Day Maar dan. De kater slaat toe rond 4 of 5 januari. Het is nog steeds donker en koud, de kerstkilo’s kleven op je heupen en nieuw is het jaar al helemaal niet. Het is Groundhog Day all over again, de film waarin Bill Murray als knorrige tv-journalist een dag steeds opnieuw beleeft. We bevinden ons op dit moment in ons eigen Groundhog Day. Er is nog steeds corona, nog steeds een lockdown en de kerstboom doet depri zijn duit in het zakje door in een keer al zijn naalden laten vallen. ’s Avonds hoor je nog een verdwaalde knal van een laat vuurwerkbommetje, en de teleurstelling en ergernis die toch al op de loer lagen, ontladen zich door knetterende vloek gevolgd door een zucht. Het nieuwe jaar heeft nu al de glans van nieuwigheid verloren. Gelukkige voortzetting Ho, wacht, stop! Mocht je dit herkennen dan heb ik een eenvoudige remedie om de teleurstelling een stapje voor te blijven. Dit jaar wensen we elkaar geen gelukkig nieuwjaar, maar gelukkige voortzetting. Niet van corona, of andere narigheid. Nee, gelukkige voortzetting van de serene kerststemming. Gelukkige voortzetting in goede gezondheid. Niks nieuwjaar… we nemen het goede mee uit 2021 en bouwen dat verder uit in 2022. Deze column is eerder verschenen op Haerlems Bodem

  • Het boekenbevrijdingsfront

    De combinatie ‘gratis’ en ‘boek’ laat de ekster in mij los. Zet mij voor zo’n openbare boekenkast op straat en je hebt eventjes geen kind meer aan mij. Het idee is simpel: je leent er een boek en brengt het terug, of je ruilt het om voor een ander. Briljant concept; tot het moment dat je met de voorkeuren van de buurtbewoners wordt geconfronteerd. De teleurstelling slaat ongenadig toe als het assortiment wéér bestaat uit belegen streekromans en gedateerde thrillers. Ik had me al met mijn lot verzoend totdat ik Fred tegenkwam. Ik ken Fred van de boekenafdeling in kringloopwinkel Rataplan in de Zijlstraat. We struinen zij-aan-zij door het aanbod; ik zoek naar geschiedenisboeken en Fred is een literatuurliefhebber. Tenminste, dat maak ik op uit het stapeltje boeken dat hij bij elkaar scharrelt. Hij heeft een brede smaak zie ik: Arnon Grunberg, Doeshka Meijsing, Maarten ’t Hart en Remco Campert. Toen we beiden naar een boek met de wervende flaptekst Martin Bril is een onvergetelijke schrijver grepen, raakten we in gesprek. “Toen hij nog leefde, was hij bijkans Nederlands meest geliefde auteur, en nu amper tien jaar na zijn dood, ligt hij hier. Zo snel kan het gaan,” zei Fred. Ik kon niets anders dan hem gelijk geven. Schrijvers verliezen snel hun aantrekkingskracht na hun verscheiden. “Ik heb daar iets op gevonden,” zei Fred samenzweerderig. “Ik ben een boekenbevrijder.” Ik keek hem schaapachtig aan. “Ik koop hier elke zaterdag een paar boeken,” ging hij verder. “Daarmee ga ik langs de straatbibliotheekjes in Haarlem. Ik heb zo mijn vaste adresjes en dan leg er ik er een boek in. Want de mooiste verhalen verdienen een tweede kans. En het leuke is: meestal is het boek dat ik de voorafgaande week neerlegde, door een lezer meegenomen.” “Goed voorbeeld doet goed volgen, dacht ik bij mezelf en legde Martin Bril’s Jongensjaren naast Konsalik. Eens kijken of twee boekenbevrijders een zachte revolutie kunnen ontketenen. Deze column is eerder verschenen op Haerlems Bodem

  • Lichtpuntje in de coronablues

    ‘Zij gelooft in mij’ zong de vader zachtjes in de haren van het peutertje in het voorstoeltje op de fiets. Het meisje glimlachte en sloeg met handjes op het stuur. Het was een lieflijk tafereeltje tijdens de drukke zaterdagmiddag in de Kruisstraat waar iedereen door elkaar heen krioelde op weg naar het centrum of juist bepakt en bezakt terug sjokte naar het station. Toekomst voor ons allebei De vader fietste richting de Barteljorisstraat met zijn hoofd voorover gebogen naar de krullen van het meisje. Ik schatte haar een jaar of twee en hem zo’n jaar of dertig. Hij zong verder... ‘toekomst in ons allebei’ en vatte toen moed om voluit te door zingen …. zij zegt nooit…. De voorbijgangers in de Kruisstraat kregen net als ik een glimlach op het gezicht. Ik weet niet hoe het u vergaat, maar de coronapandemie raakt mij heviger dan vorig jaar. In mijn beleving was het toen een kwestie van de schouders eronder en we komen er wel doorheen, nu merk ik dat de loopgravenoorlog tussen voor- en tegenstanders mij uit het lood slaat. Zoek het lichtpuntje Daarom heb ik mijn dagelijkse wandeling uitgebreid met een interne opdracht: zoek momenten die hoop bieden. Ik verdring het chagrijn van de dagen door te zoeken naar de lichtpuntjes: de wonderschone sfeerverlichting boven de winkelstraten, een gratis plant van de bovenbuurvrouw, dat ene mooie vaasje dat ik vond tussen de hoog opgetaste spullen in de kringloop, een lekker leesboek uit een straatbibliotheekje, het zachte herfstlicht dat over de Nieuwe Gracht valt. Met een beetje goede wil en fantasie kom ik ruimschoots aan mijn dagelijkse portie lichtpuntjes. Zullen we een campagne starten? Er zijn nog zo’n 230.000 Haarlemmers in onze stad, die misschien ook coronablues ervaren. Daarom las ik met enige jaloezie het bericht over de campagne Lichtpuntjes die vorig jaar in Zuid-Nederland gehouden werd. Inwoners van Brabant kregen de oproep om hun persoonlijke lichtpuntje in te sturen, waarna de overheid het lichtpuntje op enorme bilboards plaatsten om alle inwoners een hart onder de riem te steken. De campagne was geïnspireerd op de strofe uit de monsterhit van Guus Meeuwis ‘dan denk ik aan Brabant, want daar brandt nog licht’. Wonderlijk toeval op deze zaterdagmiddag: twee volkszangers die elk op hun manier zongen en zingen over lichtpuntjes. PS meelezende communicatiegoeroes en ambtenaren…. Hoe gaaf zou het zijn als we nu een initiatief starten om Haarlemse lichtpuntje te verzamelen? Kwestie van een webpagina, een beetje geld en veel goede wil, zodat straks met de feestdagen op elk kruispunt en in elke wijk Haarlemse lichtpuntjes hangen. Ter aanmoediging en ondersteuning van iedereen met de coronablues. De hashtag heb ik al: #deeljelichtpuntje Deze column is eerder verschenen op Haarlems Bodem

bottom of page