Weet je nog die kleine avondwinkel op het Lommerdplein? We kwamen daar als het laat werd tijdens jullie visite op mijn studentenkamer in het steegje. Onderweg konden we niet stoppen met discussiëren over politiek. Jij kocht chips, rode wijn, chocola en voor Ingrid een fles zoete witte wijn. Fijne herinneringen...

Nieuw fragiel heuveltje Ik kwam laatst in de kelderkast nog een fles Liebfraumilch tegen, en ik herkende direct de overdreven gouden letters, de gestileerde wijngaard en het kasteel op het etiket. De tranen sprongen in mijn ogen toen ik de fles liet leeglopen in de gootsteen. Mijn rouwen verloopt niet zo voorspelbaar als de zandkorrels die een voor een het smalste punt passeren tot zich in het binnenste opnieuw een fragiel nieuw heuveltje vormt. Nee, rouw is het is het woeste schudden van de zoutbus door de patatbakker die met grote halen zout strooit en zich niet bekommert om de korrels die er naast vallen.
Als een ei in een eierdop Het is een theorie, maar volgens mij een geldige theorie, dat degene wiens naam je als eerste schrijft, het meest nabij is. Ik schreef altijd Ingrid en Victor. Zo sta je nog in mijn telefoon, onder de f van familie. Lief zusje Ingrid waar ik als kind al logeerde en die me leerde omgaan met de naaimachine. De aankondiging dat je opnieuw gaat samenwonen verraste me. Waarom zag ik het niet aankomen? Ik zag je verdriet, maar zag niet dat je hart weer openstelde. Natuurlijk. Natuurlijk blijf je niet alleen. Je straalt weer, ik zie hoe gelukkig jullie met elkaar zijn, elkaar vinden, bij elkaar passen als een ei in een eierdop. Ik ben benieuwd hoe je deze brief zal lezen. Ben jij iemand die de post al op de trap openscheurt? Leg je hem op tafel om straks te lezen bij de koffie? Wat zijn eigenlijk jouw onhebbelijkheden? Neurie je onder het stofzuigen? Gooi je bleek in het toilet? Jouw dagelijkse gewoonte zijn mij onbekend. Het gedoetje van alledag is het exclusieve domein van jij en je nieuwe partner, het verbond dat je weer afsluit.
Nieuwe afslag Ken je het gevoel dat je op een mistige avond over de snelweg rijdt? Het is rustig op de weg, in een kalm tempo ben je onderweg naar je bestemming. De straatlantaarns begeleiden je op je route. In de achteruitkijkspiegel zie je het licht van de lantaarns vervagen, oplossen in het donker. Jij bent die auto. Ingrid is, maar dat had je al begrepen, het wegstervende licht. We zijn onderweg en jij neemt een nieuwe afslag. Ik snap het, maar heb nog wat tijd nodig om de navigatie opnieuw in te stellen.