Aan de Kampervest 31 in Haarlem staat een breed ondiep pand, met daarnaast twee betegelde vierkante vlakken, omzoomd met een dunne stalen kabel tegen wildparkeerders. Het verwondert me, zo’n loze ruimte aan weerszijden. Geen beplanting, geen tuinmeubilair, niets wat wijst op gebruik van een kostbaar stukje grond in de binnenstad.
Het gebouw valt niet op door bijzonder metselwerk, ramen of ornamenten. De zware houten deur laat zijn verf vallen. Ik zou er onnadenkend voorbijgelopen zijn, tot ik de inscriptie boven de deur zag: Guurt Burrets hofje, en daaronder het jaartal 1859.
Bleekveldjes naast het hofje Ruim honderdvijftig jaar geleden werd dit pand opgeleverd als hofje met 4 woninkjes, ter nagedachtenis van Guurt Burrets dochter. De naastgelegen veldjes waren bedoeld als bleekveldjes, om de was te drogen en te bleken. Wat een bijzondere keuze was van de architect omdat zo’n 7 jaar daarvoor al de wasknijper werd uitgevonden. Waarom zou hij hardnekkig hebben vastgehouden aan het oude gebruik van bleekvelden terwijl er een praktische oplossing voorhanden was? Waarom durfde hij het niet aan om het hofje over de volle breedte te bouwen, of koos hij voor een sier- of moestuin?
Met de wijsheid van achteraf Achteraf kun je ginnegappen, maar is zo’n situatie niet herkenbaar anno 2023? Electrische auto? Nee dank je, ik wacht nog wel even. Die auto moet zich eerst maar eens bewijzen! In ons pand is in 2018 alvast de infrastructuur voor een elektrische oplaadpaal aangelegd. Tot nu toe is het een loze kabel. Misschien zeggen onze kleinkinderen later ook: kijk die hebben de tijdgeest niet goed aangevoeld. En zo voel ik me toch verbonden met de architect van Guurt Burretshofje.
Bron: https://www.haarlemsehofjes.nl/hofje/guurt-burretshofje/
コメント